[Dutch] Ethisch Witwassen
Posted in Dutch Ethics Research with tags big data ethics facebook rathenau -Ik schrijf voor het Rathenau Instituut een serie blogs over ethische vraagstukken bij data-onderzoeken. In deze bijdrage laat ik zien hoe er bij samenwerkingen tussen onderzoekers en bedrijven een verschil kan zijn in de ethische standaarden waarmee wordt gewerkt. Ook gepubliceerd op het Data denkers blog. Deze blogpost is beschikbaar onder CC-BY.
Introductie
Facebook is een bedrijf dat leeft op gedeelde data. Mensen worden lid van Facebook om status updates te delen met vrienden, op de hoogte te blijven van wat anderen doen en berichtjes naar elkaar te sturen. Facebook analyseert en filtert de data en probeert op die manier een zo prettig mogelijk beeld te geven van wat er om je heen gebeurt. Door je gedrag kan Facebook leren wie je goede vrienden zijn en wie je vage kennissen. De status-updates van die mensen worden ook op die manier behandeld.
Maar in januari 2012 ging Facebook nog een stapje verder: onderzoekers wilde kijken of het mogelijk was om emoties te beïnvloeden door de filtering van berichten aan te passen. Te kijken of gebruikers ook minder vrolijk werden als er minder vrolijke berichten getoond werden, of juist blijer als er minder verdrietige berichten getoond werden.
Deze studie werd uitgevoerd op Engelssprekende gebruikers zonder dat die daarvan op de hoogte waren gebracht, of daar expliciet toestemming voor hadden gegeven. Ook nadat de studie was afgerond en de resultaten geanalyseerd waren werd er niet naar deze proefpersonen gecommuniceerd.
De resultaten van deze studie werden in juni 2014 gepubliceerd in het prestigieuze Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS) (Kramer 2014). De studie was uitgevoerd door onderzoekers van Facebook, in samenwerking met onderzoekers van Cornell University. Ineens werd duidelijk wat er precies gedaan was met gebruikers.
Duiding
Gebruikers voelden zich geschoffeerd, collega onderzoekers vroegen zich af of dit wel door de beugel kon. Normaalgesproken moet een onderzoek bij een Amerikaanse universiteit goedgekeurd worden door een Institutional Review Board (IRB). Zo’n commissie kijkt naar de ethische aspecten van het onderzoek, bijvoorbeeld hoe er met proefpersonen wordt omgegaan. Deze studie was daar ook voorgelegd, en zonder veel discussie goedgekeurd, de onderzoekers van Cornell kregen namelijk zelf geen toegang tot de ruwe data; ze leverden alleen analyse methoden aan.
De studie was namelijk zo opgezet dat de Facebook onderzoekers de data zouden verzamelen en het experiment zouden uitvoeren. De onderzoekers van Cornell zouden dan statistische analyses aanleveren. Die werden vervolgens door de Facebook onderzoekers losgelaten op de ruwe data, waar dan overzichtstabellen uitkwamen. Op die manier zouden de Cornell onderzoekers niets van doen hebben met de proefpersonen, of de ruwe data, maar wel betrokken zijn bij de studie en de publicatie.
De situatie voor universiteiten en bedrijven met betrekking tot het doen van onderzoek is duidelijk verschillend. Universiteiten worden geacht op een strikt ethische manier onderzoek te doen. Bij een onderzoek van een universiteit wordt er door de ethische code gevraagd om “informed consent” (geïnformeerde toestemming). Deze term houdt in: het moet voor een proefpersoon begrijpelijk zijn wat er precies gaat gebeuren, welke data wordt verzameld, voor welk specifiek doel en deze persoon doet hier vrijwillig aan mee. Deze toestemming wordt vaak met behulp van een formulier gevraagd zodat dit duidelijk omschreven is.
Bedrijven hoeven zich in het algemeen niet te houden aan dit soort strikte richtlijnen. Zolang zij binnen de kaders van de wet opereren is er niets aan de hand. De Facebook onderzoekers reageerden ook dat alle proefpersonen in de studie toestemming hadden gegeven door akkoord te gaan met de algemene voorwaarden. Bijna geen enkele gebruiker zal zich realiseren dat dit kan gebeuren door akkoord te gaan (Daarnaast bleek ook nog dat de expliciete vermelding van “gebruik voor onderzoek” pas in mei 2012 was toegevoegd).
Conclusie
Samenwerking tussen bedrijven en wetenschap biedt veel potentie. Bedrijven (zeker bedrijven zoals Facebook) zitten op een schat aan informatie die ook voor wetenschappers waardevol kan zijn. Deze data is niet vanzelfsprekend bruikbaar voor onderzoek. Bij het delen van data moet goed gelet worden op de wettelijke, maar ook de ethische kaders. Er zijn strikte regels voor het delen van data, dit mag (ook voor onderzoek) in principe alleen met specifieke toestemming.
Deze case laat zien dat samenwerkingen tussen bedrijven en onderzoekers ook nieuwe vragen opleveren als het gaat om data-onderzoek. IRBs en Ethische Commissies vormen een bescherming om ethisch verantwoord onderzoek te garanderen. Maar deze samenwerking tussen Facebook en Cornell laat zien dat ethische standaarden verschillen tussen bedrijven en de wetenschap. In dit geval werden de strengere eisen van de wetenschap omzeild. Je zou kunnen zeggen dat de data nu ethisch is witgewassen. Hoe moeten we daar in toekomst mee omgaan?
Dit geval toont ook aan dat zelfs indirecte toegang tot data kan leiden tot een grote maatschappelijke discussie. Ook bij deze indirecte toegang moet gekeken worden naar hoe de data verkregen is en of dit wel binnen de kaders van de wetenschappelijke gedragscode valt. Nieuwe onderzoeken zouden ook op deze manier opgezet kunnen worden om zo data te kunnen “ethisch witwassen”.
De discussie heeft er overigens ook toe geleid dat binnen Facebook strenger gekeken wordt naar de onderzoeken die uitgevoerd worden.
- Kramer, A.D.I., J.E. Guillory & J.T. Hancock (2014). Experimental evidence of massive-scale emotional contagion through social networks. In: PNAS 2014 111 (24) 8788-8790; published ahead of print June 2, 2014, doi:10.1073/pnas.1320040111